Artwork
New perspective
WHY
New Perspective is an artwork that deals with the discrimination, marginalization and stigmatization of wheelchair users. The aim of this artwork is to offer the viewer a new perspective towards wheelchair users.
Since my sister has been in a wheelchair, she has experienced that people have started to treat her differently; oftentimes people quickly condemn her as pathetic, less or in need of help. People see the wheelchair as a weakness; as the definition that is something wrong with your body. People have prejudices about the wheelchair and its users, but don’t take the time to zoom in and forget that they are just as much people as anyone else. Wheelchair users see this differently, the wheelchair is a tool, an aid to achieve what you cannot do without the wheelchair, or for which you otherwise have no energy. My sister showed me this perspective, and my goal is to share this perspective through my artwork with the rest of the world .
New Perspective is the narrative that allows to open a conversation about inclusivity and offer the viewer a new perspective towards wheelchair users.


WHAT
The artwork I made can be viewed from multiple perspectives, from the first perspective you see a wheelchair, and when you walk 90 degrees around the artwork you see a running woman. Despite the fact that these two perspectives seem so different from each other, I have incorporated them into one work of art, to show that this is the same person. My sister used to be in athletics just like me, only now she’s in a wheelchair; two different perspectives but still my sister is the same person.
How
The prototype of New Perspective is entirely made by hand from copper tubing. Despite the fact that this results in a non-perfect shape, it does provide a good indication of what the final artwork will look like and the size of it, once it has been cast in bronze. The bronze artwork will be cast from a life size 3D print so that every single bit of the artwork will be exactly according to my design.

Scale model
To give an idea of what the bronze will look like material-wise, I decided to have a small scale model made in bronze. Eventhough the thickness of the bronze isn’t exactly what the real-size bronze artwork will look like, this will show you and give you a feel of the shape in bronze. From a distance the silhouette is really visible, but once you get close to the material you can see the details, the colours, the small imperfections. This describes the situation my sister and many other disabled people are in; from a distance people have a prejudice ready because of what they can see from far away. However when you get close to someone, once you learn their stories, only then you can get a real understanding of the situation.
Pleidooi inclusiviteit binnen de architectuur
Oh ja, dat moet ook nog.
“Het voelt alsof er aan het eind van het ontwerpproces een checkbox afgevinkt wordt voor ‘inclusiviteit’ wanneer er simpelweg een metalen plaat voor de deur is neergelegd om het gebouw zogenaamd toegankelijker te maken voor rolstoelgebruikers.” Dat is wat mijn zus mij vertelde toen ik vroeg wat haar ervaring is met architectuur nu zij bijna twee jaar in een rolstoel zit. Gek is dat; de mensen voor wie de ruimte is ontworpen hebben het gevoel dat er bijna geen moment aan hen is gedacht.
“Wij zijn gelijk, maar dat wij is exclusief: wij zijn meer gelijk dan anderen, die een bedreiging vormen voor ons eigenbelang en daarom buiten de deur moeten worden gehouden. Wie zo redeneert polariseert, zet de idee van vrijheid, gelijkheid en broederschap overboord en interpreteert culturele verschillen als absoluut en onoverbrugbaar. Het is geen kunst degenen lief te hebben die jou liefhebben – je wij-groep. Zij die daar niet toe behoren en die niet op jou lijken liefhebben, daar gaat het om. Daartoe moeten we gebruik maken van wat ons als mens gegeven is: onszelf verplaatsen in de ander en ons inleven in zijn ervaringen. In onze tijd is die boodschap even radicaal als noodzakelijk.” – aldus Bas Heijne.
De Nederlandse architectenbranche is enorm divers. Het veld van architecten loopt uiteen van architecten die als zzp-ers werkzaam zijn, tot veel grotere architecten die een bureau met enkele tientallen medewerkers runnen. Sommige bureau’s specialiseren zich, waarnaast er weer andere bureau’s zijn die juist aan een breed spectrum van competenties proberen te voldoen. De categoriën waar die architecten in opereren is enorm divers, toch delen al deze architecten niet alleen een wettelijk beschermde titel en een grote betrokkenheid, maar ook een bepaalde beroepsidentiteit. De basis daarvan wordt al gevormd tijdens de opleiding; dan zijn studenten er al trots op om zichzelf architect te mogen noemen.
Het vak van een architect draait om geïnteresseerd te zijn in de mensen voor wie ze ontwerpen. Bedenk allereerst dat je alleen succesvol op de lange termijn kunt zijn wanneer je toegankelijkheid verankert in de processen van je organisatie. Inclusief, toegankelijk en universeel ontwerpen is elementair voor architecten. Dit betekent niet dat het ontwerp saai en eenduidig wordt, maar juist dat je jezelf op een nieuwe manier uitdaagt om je ontwerp zo te maken dat iedereen het op een gelijke manier kan gebruiken. Wat dit ook betekent is dat architecten niet slechts een paar checkboxes van het bouwbesluit moeten afvinken, een simpele metalen plaat voor de deur neerleggen en zeggen dat je gebouw inclusief is, maar dit betekent echt goed nadenken over hoe het gebouw gebruikt gaat worden. Dit betekent ook je gebruikers al in een vroeg stadium betrekken bij je ontwerp, verdiep je eens in de wereld van mensen met een beperking en hoe zij ruimtes ervaren en gebruiken.
Om meer toegankelijke gebouwen te realiseren moet het hele veld van architecten, opdrachtgevers, beleidsmakers en gebruikers doordrongen zijn van het belang van inclusief ontwerpen. Daarbij zijn alleen wettelijke richtlijnen van de overheid niet afdoende. Het Bouwbesluit geeft slechts wettelijke voorschriften over een beperkt deel van noodzakelijke toegankelijkheidseisen. Andere normen en richtlijnen beperking zich vaak tot fysieke elementen.
Door het gebrek aan eenduidige en breed gedragen richtlijnen voor onder meer akoestiek, verlichting, zichtbaarheid en tactiele oriëntatie ondersteuning, hangt het van betrokken organisaties en individuele ontwerpers af of een ontwerp inclusief wordt. Gebruikers moeten worden betrokken bij het formuleren van een programma van eisen en bij het ontwerpproces om te voorkomen dat er later dure, ongewenst aandacht trekkende en soms zelfs stigmatiserende aanpassingen nodig zijn (bijvoorbeeld extra opvallende accenten, zoals zichtbare gele lijnen bij de entree, een aparte deur of, in het ergste geval, een toegankelijke entree ‘achterom’).
Als een gebouw verschillende gebruikersgroepen kent, maar slechts op één daarvan is afgestemd, dan verleent dat deze groep een machtspositie over de minder gewenste groepen. Zo is voor elke rolstoelgebruiker de onbereikbare kast, lift knop of personeelsruimte een bevestiging van zijn lage sociale status. Er zijn enige eisen voor de toegankelijkheid van gebouwen in de wet verankerd. Bij openbare gebouwen moeten bijvoorbeeld toiletten, entrees en liften toegankelijk zijn voor rolstoelgebruikers. Maar goede toegankelijkheid is meer. Niet alleen de toegang tot een gebouw is belangrijk, maar ook de bereikbaarheid, de bruikbaarheid en ook erg belangrijk de nooduitgankelijkheid voor mensen met een rolstoel en andere beperkingen.
In 1997 formuleerde een groep academici, professionals en ervaringsdeskundigen van het center for universal design zeven principes waaraan een ontwerp moet voldoen om universal design te mogen heten.
- Sociale gelijkheid. Een ontwerp moet bruikbaar en beschikbaar zijn voor iedereen ongeacht persoonlijke mogelijkheden en belemmeringen. De bruikbaarheid is zo veel mogelijk voor iedereen gelijk en gelijkwaardig als dit niet mogelijk is.
- Flexibel in gebruik. Een ontwerp voorziet in een brede behoefte aan persoonlijke voorkeuren en mogelijkheden. Het biedt keuzemogelijkheden, denk aan voorkeur van links- en rechtshandigen.
- Eenvoudig en intuïtief. Een goed ontwerp is eenvoudig te begrijpen, ongeacht de ervaring, kennis, taalvaardigheid of het concentratieniveau van de gebruiker. Het ontwerp ligt in lijn met de verwachting van de gebruiker en is ontdaan van alle onnodige complexiteit.
- Begrijpelijke informatie. Het ontwerp informeert de gebruiker, los van omgeving of handicaps. Een voorbeeld is het aanbieden van informatie op meer zintuiglijke niveaus (auditieve, tactiele informatiebronnen naast de visuele) en het duidelijk contrasteren van de informatie ten opzichte van de omgeving.
- Risicobeperking. Het ontwerp houdt rekening met verkeerde handelingen en onbewuste acties. Zo draait een deur die op een trap uitkomt, altijd van de trap weg.
- Beperkte inspanning. Het ontwerp kan efficiënt en comfortabel gebruikt worden met een minimale inspanning. Zo kunnen deuren makkelijk worden geopend.
- Geschikte afmetingen en gebruiksruimten. Ruimten met de juiste dimensies om gemakkelijke te kunnen bereiken en gebruiken. Bijvoorbeeld goede draaicirkels, voldoende verzorgingsruimte, maar ook postbussen en bedieningsknoppen die niet te hoog zijn.
Er zijn meer redenen om universal design wel toe te passen dan dit niet te doen. Demografische veranderingen zoals de vergrijzing zorgen ervoor dat er steeds meer aandacht komt voor vragen over toegankelijkheid. De gemeente krijgt te maken met steeds meer burgers met beperkingen. De vergrijzing neemt toe en door betere gezondheidszorg leven mensen met een chronische ziekte of een beperking langer. Deze demografische ontwikkeling is een belangrijke reden om toegankelijkheid in het beleid op te nemen. Want om mensen met beperkingen net als alle burgers te laten participeren, is toegankelijkheid noodzakelijk.
Sociale redenen. Mensen met een beperking maken deel uit van de samenleving. In Nederland is het uitgangspunt dat het niet uitmaakt of iemand een beperking heeft of niet. Iedereen moet de mogelijkheid hebben mee te doen in de samenleving. Het sociale model gaat uit van de mensenrechten en stelt inclusie en gelijkwaardigheid centraal.
Wettelijke redenen. De Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (WGBh/cz) stelt dat iedereen gelijke kansen heeft, mensen met en zonder een beperking. Deze wet heeft overeenkomsten met het internationale VN-verdrag voor rechten van personen met een handicap. Het VN-verdrag is inmiddels door de EU geratificeerd en in 2016 ook door Nederland. Het verdrag bepaalt dat iedereen omwille van zelfredzaamheid toegang moet hebben tot de omgeving, vervoer, informatie en openbare faciliteiten. Toegankelijkheid is één van de vier grondslagen in dit verdrag.
Financiële redenen. Goede toegankelijkheid levert geld op. Als mensen participeren, verdienen zij geld met hun baan en geven het weer uit aan producten en diensten. Participatie door iedereen stimuleert de economie. De kosten van toegankelijkheid vallen mee. De kosten van toegankelijk bouwen zijn gering als bouwer en opdrachtgever bij het begin van bouwtrajecten goed nadenken over toegankelijkheid. Achteraf aanpassen brengt hogere kosten met zich mee. Dat is altijd het geval, dus ook als je achteraf aanpast voor betere toegankelijkheid. En misschien wel van groter belang: door aanpassingen achteraf ontstaat ontwerptechnisch meestal een slecht product. Het ziet er vaak veel minder goed uit als oplossingen niet geïntegreerd zijn aangepakt. Wanneer een bestaand gebouw toch aangepast moet worden om dit toegankelijker te maken kost dit op de korte termijn meer geld, maar op de lange termijn betaalt dit zichzelf terug. En, zoals één van de geïnterviewden verwoordde: ‘Moet er eigenlijk over kosten gesproken worden als het gaat om het maken van een samenleving waar iedereen kan meedoen? Een deur maak je om mensen binnen te laten, niet om uit te sluiten.’
Zoals je inmiddels begrijpt komt er dus veel meer bij inclusief en toegankelijk ontwerpen kijken dan alleen een metalen plaat voor de drempel leggen of met zwart-geel tape de tredes van een trap afplakken zodat mensen deze beter kunnen zien. Een goed ontwerp vereist een nog beter begrip van de persoon voor wie je ontwerpt, het vereist creativiteit om op een goede maar ook esthetische manier toegankelijkheid in je ontwerp te verwerken, het vereist om vanaf moment één universal design te integreren. Een goed ontwerp vereist een goede architect.